“Daarna
kwam die eigenaardige show in combinatie met Moan. Voor de pauze speelden
we als Moan en na de pauze als Long Tall Ernie. Dat was echt beulen. We
speelden wel zo’n dertig keer per maand en dat kon op een gegeven ogenblik
niet meer.
We werden geboekt als Moan en Long Tall Ernie en de meeste mensen dachten
ook dat het twee verschillende groepen waren. Na een optreden kwamen ze
vaak bij ons en moesten we aanhoren hoe slecht die eerste band wel niet
geweest was.
We dachten eerst nog dat ze een geintje maakten, maar dat was echt niet
zo”.
Moan
manifesteerde zich bovendien als de groep ‘Arnhem’ en Nederlandstalig als
het Spijkerkwartet. Het kon niet op.
Geslaagde
verkleedpartijen
Long
Tall Ernie in 1972
Arnie:
“Op een gegeven moment wilde we een plaat maken. Dat was nog in de tijd
van Moan. We hebben toen op een middag foto’s laten maken. Het lange haar
hadden we nat gemaakt, achterover gekamd en met elastiekjes vastgebonden
en daar maakten we foto’s van.
Met een zelf gemaakte demo in de studio van Hank The Knife [Henk Bruysten]
zijn we naar Negram gestapt. Nou, het sprak hen enorm aan, die foto’s en
die demo’s. Het zag er allemaal wat gemeen uit en er is later nog een leuk
verhaal aan vastgemaakt. De eerste single hebben we nog met Jaap Dekker
gespeeld.
Er waren ook de meest waanzinnige verhalen. Door een filmreportage van
de VPRO kwamen die de wereld in. Maar uit de reportage zelf bleek al dat
het één hele grote verkleedpartij was, dat zwarte gewelddadige
uiterlijk waardoor we souteneurs uit de Spijkerbuurt uit Arnhem uitbeeldden.
Alleen lieten we op het einde zien dat we de haren weer helemaal droog
föhnden en normale kleren aantrokken. Dat is werkelijk aan iedereen
voorbij gegaan.
We hebben ook nooit begrepen, waarom men nooit heeft ingezien dat het een
persiflage was. Het was een geintje. Dat hadden we goed duidelijk gemaakt.
OK, er ging wel eens iets in de zaal kapot, maar gemeten over de jaren
is dat vrij weinig geweest. Het was ook nooit knokken. Het meeste kwam
door de publikaties. De zaaleigenaren waren een beetje bang voor ons. We
hebben de verhalen evenwel nimmer aangedikt. We bleven gewoon volhouden
dat het een verkleedpartij was.
Met
onze eerste single liep het in het begin niet. Dus gingen we er zelf achteraan.
We gingen toen eerst naar Radio Noordzee. Ferry Maat zag ons helemaal niet
zitten en sloot zichzelf in z’n cabine op. Daarna zijn we naar Radio Veronica
gegaan in een grote Amerikaanse slee. Daar ging de drummer tegen een boom
pissen en daar verschoot Tom Collins weer van kleur van.
Dat
liep dus niet lekker. Later is de single de release in gegaan en verkocht
hij alsnog goed”.
Long
Tall Ernie 1973
Negram
speelde het spel mee. In het Veronicablad kon je anno 1972 lezen: “De platenmaatschappij
liet onlangs een persbericht met een dreigende inhoud rondgaan. Er werd
in gesteld dat geen verantwoordelijkheid kon worden aanvaard voor eventuele
schade, aangericht door de rock & roll groep Long Tall Ernie and the
Shakers. Directeur Hans Kellerman was reeds met een dubbele beenbreuk in
het ziekenhuis opgenomen, omdat hij de groep geen voorschot wilde geven
op de verkoop van 100.000 singles. Het bericht eindigde met: ‘U bent gewaarschuwd
voor deze alles verwoestende gangsters’”.
De
aanpak van Long Tall Ernie & The Shakers doet een beetje denken aan
die van Normaal, niet veel later, eveneens afkomstig uit het oosten van
de provincie Gelderland. Het ‘westen’ werd met wat lacherige bluf gewonnen.
Rock
& Roll Revival
Het
was overigens geen toeval, die rock & roll act van Arnie Treffers en
de zijnen. Thijs Wartenbergh in het Veronicablad in 1972: “De rock and
roll muziek is momenteel ongeveer net zo populair als in de beginperiode.
de jaren vijftig. Met als voorlopig hoogtepunt een optreden van prominenten
als Chuck Berry, Little Richard en Bill Haley in het Wembley Stadion te
Londen. Vijftigduizend rockliefhebbers konden genieten van een wervelende
rock and roll show. De rockmuziek lijkt een zeer lang leven beschoren te
zijn”.
Een optreden van de Amerikaanse groep Sha Na Na tijdens het verfilmde Woodstock-festival
had bijgedragen aan de vernieuwde belangstelling voor de oorspronkelijk
popmuziek.
Volgens de redacteur was het de manager van de Shakers geweest die met
het plan gekomen van de act gekomen was. “Rein Muntinga zal gedacht hebben:
je moet toch wat doen om op te vallen en bedacht daarom deze stunt, waardoor
niemand meer de naam van de groep vergat”. In het artikel werd duidelijk
gemaakt dat de imago-loze popgroep door deze aanpak barstte van het werk.
Werk
was er ook aan de winkel als Moan in korte tijd omgetoverd moest worden
in Long Tall Ernie & The Shakers. “Als Moan heeft opgetreden, gaan
de jongens terug naar de kleedkamer en daar speelt zich een aardig ritueel
af. De voornaamste zorg is natuurlijk om de kuif mooi in model te krijgen.
En dat gaat dan als volgt. Midden in de kamer staat een bak met water,
waar het hoofd zo diep mogelijk in gestopt wordt om het haar zo nat mogelijk
te krijgen. Dan wordt er voor de spiegel langdurig aan een kuif gewerkt,
waarna een bus spray het geheel prachtig laat glimmen.
De jongens verwisselen dan de t-shirts voor zwarte overhemden, behalve
Ernie, die trekt een wit overhemd aan, afgezet met een glimmend randje.
Donkere zonnebrillen vervolmaken tenslotte de outfit en voor je staat een
geheel andere groep.
Basgitarist Hank the Knife completeert de formatie en achter elkaar lopen
ze naar het podium. Onderweg trekken een paar meisjes vieze gezichten bij
het zien van de vette haardossen.
Dan breekt er een rock and roll-show los, die zijn weerga niet kent in
Nederland. In razend tempo wordt een serie bekende rock and roll-nummers
afgewerkt, zoals ‘Johnny Be Good’, ‘Roll over Beethoven’, ‘Sweet Little
Sixteen’, Jailhouse Rock’, ‘One Night’ en een paar songs van hun nieuwe
elpee en recente single.
De meeste aandacht weet pianist Jumpin’ Johnny [Jan Rietman] voor zich
op te eisen. In de meest waanzinnige standen slaagt hij er toch in om muziek
te maken, of dat nu is terwijl hij hurkend, knielend achter de piano zit
of er boven op, of op zijn buik, terwijl hij met zijn benen naar achteren
trapt. Als hij het goed op z’n heupen heeft, springt Johnny ook in spreidstand
op de toetsen. Ook gaat hij een keer op de grond zitten en speelt dan met
zijn hielen. Aan het eind van het optreden smijt hij een paar keer zijn
stoel tegen de grond, wat dat ding echt niet overleeft”.
In
een interview legde drummer Alan Macfarlane de kracht van de rock &
roll uit.
“Ik geloof dat ritme en spontaniteit in de muziek het grote geheim zijn.
Daarbij zijn het gewoonlijk eenvoudig strakke maten met een niet al te
moeilijke tekst. Die tijd van vijftien, twintig jaar geleden was ook niet
zo moeilijk, althans men leefde niet met zoveel problemen.
Chuck Berry-teksten gaan vrijwel allemaal over snelle auto’s, motoren en
vrouwen. Dat was het toen gewoon. Wij gaan teksten met een dergelijke inhoud
ook maken op onze elpee”.
En het publiek?
“Voor het publiek is het uitermate opwindend en men kan zich afreageren”.
Heeft het momenteel zo’n succes omdat je kunt spreken van een malaise in
de popmuziek?
Alan: “Dat kun je wel zeggen. Als het slecht gaat, grijpt men terug naar
oud materiaal. Chuck Berry en Jerry Lee Lewis treden nu nog regelmatig
op. Een belangrijke rol speelt echter ook het jeugdsentiment. En als hedendaagse
muziek niet zo geweldig is, ga je naar oude platen luisteren en dat is
dan meestal de rock and roll muziek.
Ik geloof trouwens dat als er een nieuwe popvorm komt en de rock and roll
raakt weer op de achtergrond, dat men na verloop van tijd toch weer een
rock and roll revival krijgt. De rock and roll krijg je niet weg”.
Macfarlane
zag de muziek van Elvis Presley en Chuck Berry helemaal zitten. “Ik heb
altijd veel bewondering gehad voor Elvis Presley. Niet voor zijn persoonlijkheid
of omdat hij nu nog steeds meedraait. Elvis is gewoon iets nieuws begonnen.
Hij heeft de country and western music nieuw leven ingeblazen en is later
overgestapt op de rock and roll.
Chuck Berry heb ik ook altijd goed gevonden. Hoewel hij eerder rhythm and
blues speelt dan rock and roll. Het is altijd sneu voor die jongen dat
hij nooit de erkenning heeft gekregen die hij absoluut vediende. De laatste
tijd is daar wel verandering in gekomen, en dat werd tijd ook”.
Jubileum
in 1977: Do you remember
Mede
door hun imago maakten de Shakers aardig wat hits. Bij Negram waren dat
‘You should have seen me’, ‘Turn your radio on’ en ‘Big Fat Mama’. In 1975
wist Polydor hen aan te trekken. Met ‘Get yourself together’ werd voor
het eerst de top tien bereikt. Andere successen uit die tijd waren ‘Rockin’
Rocket’, ‘Operator’, ‘Allright’ en ‘Ballerina’, begin 1977.
Jaap
Eggermont, voormalig drummer van de Golden Earrings, wist in de jaren zeventig
als producer te scoren met de muziek van onder meer Earth & Fire, Sandy
Coast en Greenfield & Cook. Jaap had verstand van techniek en dacht
goed na over hetgeen hij deed.
Toen Long Tall Ernie & The Shakers vijf jaar bestonden moest er een
opvallende single komen. Zo ontstond het idee om het muzikale verleden
te laten herleven in de vorm van een medley, bestaande uit klassiekers
uit de geschiedenis van de popmuziek.
“We stonden in het begin wat huiverig tegenover het idee om zo’n kollage
te maken”, vertelde Treffers aan Willem Jan van de Wetering, redacteur
van de Hitkrant. Het idee was van Eggermont gekomen.
“Het uitzoeken van de nummers heeft erg veel tijd gevergd. Eerst hebben
we oude hitlijsten doorgebladerd. Daarna mocht iedereen zijn favoriete
nummer opgeven. Kwa ritme moest het passen, het moest authentiek klinken
en toch nog het geluid van nu hebben”.
Arnie
was zelf met de Everly Brothers op de proppen gekomen. “Ik was een Everly
Brothers-fan. Vijftien jaar geleden had je een zaak in de
Kinkerstraat in Amsterdam, waar je een papieren plaat op kon nemen.
Dat was voor familie overzee of zoiets. Met een vriend had ik twee weken
gespaard om die twee piek bij elkaar te krijgen. Elf jaar was ik. In een
klein hokje mocht je het plaatje inzingen. Gitaar spelen was nauwelijks
mogelijk. Toen hebben we ‘Devoted to you’ van de Everly Brothers opgenomen.
Te gek hoor, die plaat heb ik nog steeds!”
Arnie
Teffers (Long Tall Ernie) in Toppop met Do you remember
Op
de single ‘Do you remember’, uitgebracht in de zomer van 1977, hoorde je
achtereenvolgens ‘Peggy Sue’ (Buddy Holly), ‘Helly Mary Lou’ (Ricky Nelson),
‘Lucille’ (Little Richard), ‘Bird Dog’ (Everly Brothers), ‘Rubber Ball’
(Bobby Vee), ‘Whole Lotta Shakin’ Goin’ on’ (Jerry Lee Lewis), ‘Diana’
(Paul Anka), ‘Bread and Butter’ (Newbeats), ‘That’s all right Mama’ (Elvis
Presley), ‘Rip it up’ en ‘Jenny Jenny Jenny’ (Little Richard). Aan het
einde van de feestelijke jubileum-single speelde Tony Britnell een lange
solo op de saxofoon, een kenmerkend pop-instrument in de jaren vijftig.
‘Do you remember’ bereikte de bovenste plaats van de top 40 en haalde tevens
de nummer 5 positie in de lijst met de grootste hits van 1977 – achter
Boney M. (Ma Baker), Vader Abraham (Smurfenlied), Supertramp (Give a little
bit) en de Guys & Dolls (You’re my world).
Long
Tall Ernie & The Shakers waren top of the bill met hun nostalgie-act.
‘Golden
Years of Rock & Roll’
Het
succes van ‘Do you remember’ was zo groot dat er een vervolg moest komen
in 1978 – een nieuwe medley: ‘The Golden Years of Rock & Roll’, deze
keer met ‘Sherry’ (Four Seasons), ‘Wooly Bully’ (Sam the Sham & the
Pharaohs), ‘Buona Sera’ (Louis Prima), ‘Slippin’ and Slidin’’ (Little Richard)
en ‘Nut Rocker’ (B. Bumble & The Stingers).
‘Golden Years of Rock & Roll’ haalde wel de top tien, maar niet de
top. Het nieuwtje was er af. De groep zou nooit mee in de top 40 verschijnen
en viel weldra uit elkaar.
Hank
The Knife
Op
de achtergrond waren er altijd al problemen geweest. Zo was bassist Henk
Bruysten (Hank The Knife) al in 1975 verdwenen. Bruysten dat jaar: “De
reden dat ik bij Long Tall Ernie opstapte was het feit dat Arnie Treffers
al de stukken zelf schreef. In de lange periode dat ik bij de groep zat
heb ik slechts twee stukken mee helpen schrijven. Dat waren ‘The Knife’,
de achterkant van ‘Big Fat Mama’, en als b-kantje van ‘Motor Ride’ schreef
ik ‘Johnny Silent’. Dat vond ik niet genoeg! Ik wilde een andere richting
uit. Maar daar kreeg je bij Long Tall Ernie geen kans voor. Hij besliste
vrijwel alles”.
Ging het om de liedjes?
In 2007 verklaarde Bruysten: “Het was een kwestie van geld. Toen ik bij
de Shakers kwam kreeg ik 75 gulden per optreden. Toen de band steeds beter
ging draaien en door de hits veel hogere gages kon krijgen, kreeg ik nog
steeds 75 gulden. Dus zei ik tegen Arnie dat ik honderd wilde.
‘Over mijn lijk’, zei Arnie. Waarop ik zei dat ik dan mijn eigen bandje
ging beginnen'.
Bruysten
spiegelde zich aan de rockmuziek van gitaristen als Duane Eddy en Jet Harris.
Met een eigen groep, Hank The Knife & The Jets, had hij niet alleen
succes in Nederland maar ook bij de oosterburen. Pierre Beek (1945-2009)
nam de vocalen voor zijn rekening in de nieuwe groep. Hun hits waren ‘Guitar
King’ en ‘Stan the Gunman’.
Bruysten investeerde de inkomsten in een eigen geavanceerde studio in het
oosten van het land. Maar dat liep verkeerd af. Bruysten raakte aan de
drank en aan lager wal, kun je in allerlei artikelen uit een latere tijd
lezen.
Weinig
buitenland voor de Shakers
Er
gingen en kwamen nieuwe Shakers, zoals Ruud van Buuren en Tony Britnell.
Die laatste, een Engelsman, overgekomen uit de groep van Shakin’ Stevens,
werd steeds meer de muzikale partner van Arnie Treffers.
Mede door de Nederlandse successen werd over de grenzen gekeken. Dat viel
niet mee liet Arnie in 1977 optekenen. “Onze ‘hangup’ is het beleid in
de rest van Europa. Polydor Duitsland is ontzettend moeilijk te beïnvloeden
en als je dan ziet dat ze bij het uitbrengen van de laatste plaat wéér
een oude foto van ons in de persmap stoppen dan word je wel ziek. Over
België zullen we het maar helemaal niet hebben. ‘Allright’ heeft daar
acht of negen in de hitlijsten gestaan maar van t.v. of zoiets hebben ze
daar nog nooit gehoord. In Frankrijk zijn we geloof ik niet uitgebracht.
Toen Freddy Haayen direkteur van Polydor-Engeland werd dachten we dat we
daar eindelijk ook eens uitgebracht zouden worden, maar vergeet het maar,
naks niks noppes. We gaan nu zelf aan het douwen in Engeland via wat relaties
die we er zelf hebben. Dan zal je door een klein rotmaatschappijtje uitgebracht
worden, hoofdzaak is dat je plaat in de winkel ligt”.
Maar ook dat viel tegen. “We hebben nog eens het plan gehad om ons voornamelijk
op Engeland te richten. Dat hebben we helemaal laten varen. In dat land
is geen droog brood te verdienen. Je kan van een toer niet eens je hotelkosten
betalen. Daarom willen al die Engelse groepen ook hier en in Duitsland
spelen voor lagere prijzen dan wij vragen. Nee, ze kunnen daar van mij
de pot op”.
Tony
Britnell voegde er aan toe: “Toen we in Engeland tv wilden doen ging het
niet. Ik ben vijftien jaar lid van de Musician’s Union (Engelse muziek
vakbond) geweest, maar ik mocht er niet in.
Ik heb dagenlang getelefoneerd en eindelijk mocht het op basis van het
sturen van een Engelse groep naar Nederland. Je hoefde geen eens een echte
groep te hebben, als die maar op papier bestaat. En dat terwijl er dagelijks
Engelse groepen [in Nederland] voor tv komen. Door die Engelse toestanden
is ‘Do you remember’ ook niet echt doorgebroken. Ik heb m’n lidmaatschap
opgezegd”.
Al
in 1978 viel de groep in twee delen uit elkaar. Onder de naam Long Tall
Ernie & The Shakers verscheen in 1979 het album ‘Meet the monsters’,
in zekere zin voortbouwend op de oude Moan en hun monster-act.
De groep onder leiding van Arnie en Tony werd weer even imago-loos als
weleer. In de tijd dat ik [HK] als A&R-manager van Polydor opereerde
liepen ze de deur plat om een nieuw concept-album te mogen opnemen, gebaseerd
op de ‘Incredible Shrinking Man’. Daar is het niet van gekomen.
Ik bracht hen anno 1980 in contact met Pim Koopman (1953-2009), de meest
succesvolle Nederlandse popproducer van dat moment. Hun single ‘Let’s do
it together’ kreeg echter totaal geen aandacht in de media. Aan het tijdperk
van Long Tall Ernie & The Shakers was snel een einde gekomen.
Arnie en Tony manifesteerden zich vooral als liedjesschrijvers voor anderen.
Maar ook dat bracht weinig geld in het laatje. Naamloos echter leverde
Treffers als de stem van Roy Orbison een bijdrage aan de single ‘Stars
on 45’, opnieuw een productie van Jaap Eggermont, die voortborduurde op
‘Do you remember’. ‘Stars on 45’ bereikte op 20 juni 1981 de nummer één
positie in Amerika.
Nieuw
leven in Denemarken
Hoe
het verder met Arnie Treffers ging was te lezen in een artikel dat zijn
echtgenote Solveig Segenstrom Svendsen in 2005 schreef. “Nadat de faam
van Long Tall Ernie was weggeëbd trok Arnie zich illusieloos terug
in een uithoek van Denemarken.
Hij kon zich eerst nog redden met royalties die hij ontving van ‘Do you
remember’ en ‘Golden Years of Rock and Roll’. In zijn nieuwe vaderland
maakte hij muziek met veel nieuw Deens talent. Zo produceerde hij een plaatje
van Sugar and the Lollipops dat in Denemarken goud werd, toen nog van een
groep die Heinrich heette. Bij sommigen had hij veel succes. Ook voor oude
Engelse rotten zoals Billie J. Kramer en Reg Presley, zanger van de groep
The Troggs, schreef en produceerde hij liedjes.
Arnie kreeg weer zin om te gaan zingen en merkte tevens dat hij plezier
in zijn eigen stem kreeg. Dat was voor het eerst. Met een Deense technicus
is hij aan de slag gegaan. Er werd een goedkope studio geregeld en de beste
muzikanten uit de kennissenkring erbij gehaald.
Toen de opnames klaar waren heeft hij het bandje naar een man van EMI-Bovema
in Heemstede gestuurd. De vrouw van de man, naar wie het bandje was gestuurd,
speelde tijdens het stofzuigen het bandje af. Zij had geen flauw idee wie
het zong en ook haar man niet. Zo is er een deal gemaakt.
Met de Nederlandse platenbazen onderhield hij een goede relatie. Er kwamen
nog enige solo-albums van hem uit. Tevens maakte hij tournees door Denemarken
en andere Scandinavische landen met verschillende Deense Rock-’n’-Roll
acts.
Arnie
Treffers in 1983
Arnie
en ik startten in 1986 met een Indonesisch restaurant. Het was tevens het
eerste Indonesische restaurant in onze streek. In 1990 hebben we het verkocht
en op 1 september van dat jaar zijn we in Aalborg getrouwd.
Na de verkoop van het restaurant kon Arnie zich geheel aan de muziek wijden.
Muziek schrijven en produceren voor andere artiesten. Hij maakte prachtige
muziek zoals rock, country en pop. Tevens bewerkte hij de muziek voor bedrijven
om hun product te promoten. Voor een exclusief Deens schoenenmerk, genaamd
Bubetti, maakte hij een mini-musical dat de naam ‘Het magische in je’ mee
kreeg. Dat was voor de betreffende firma in Denemarken een groot succes.
Het was een geweldige periode.
Het
onfortuinlijke kwam plots in ons midden. Arnie werd ziek, had kanker. Deze
ziekte was de laatste twee-drie jaar slopend. Hij accepteerde zijn ziekte
en had een fantastisch gevoel voor humor. Een markant en fantastisch persoon.
Op 25 augustus 1995 overleed hij in het Groningense Westeremde in bijzijn
van zijn familie”.
In
Nederland leek Long Tall Ernie intussen helemaal vergeten te zijn. In het
weekblad Story kon je lezen: “Slechts een handjevol familie en vrienden
kwam naar Groningen om afscheid te nemen van Long Tall Ernie, Arnie Treffers.
Niemand uit het vak was gekomen om aan de man, die ooit met zijn Shakers
international hoge ogen gooide, de laatste eer te bewijzen.
Roem is vergankelijk, maar dat niemand uit ‘het vak’ de moeite had genomen
om een laatste groet moet een zware teleurstelling zijn geweest voor zijn
vrouw Solveig. De prachtige aula van het Groningse crematorium was ternauwernood
gevuld. Des te opvallender was het dat er vele vrienden en familieleden
van Solveig overgekomen waren uit Denemarken. Zij hadden tenminste wel
de moeite genomen de plechtigheid bij te wonen. Arnie werd slechts 48 jaar”.
Harry
Knipschild - 10 februari 2020
Literatuur:
Thijs
Wartenbergh, ‘Moan = Long Tall Ernie & the Shakers = Arnhem = Het Spijkerkwartet’,
Veronica, 9 september 1972
Tim
Tyler, ‘Gezellige rock met Long Tall Ernie c.s.’, Nieuwsblad van het Noorden,
29 december 1972
Stan
Govaard, ‘Hank the Knife & The Jets, Oor, 7 mei 1975
Jos
van Woudenberg, ‘Arnie Treffers: wij zijn de lul’, Oor 12 januari 1977
Willem
Jan van de Wetering, ‘Als je ziek bent laten ze je gewoon sterven’, Hitkrant,
18 maart 1977
Willem
Jan van de Wetering, ‘Vijfjarig bestaan. Long Tall Ernie terug in de tijd’,
Hitkrant, 15 september 1977
Ruud
van Dulkenraad, ‘Long Tall Ernie & The Shakers vallen in twee groepen
uiteen’, Hitkrant, 2 maart 1978
‘Long
Tall Ernie & The Shakers – monstergekken met gein’, Muziek Parade,
september 1979
‘Eenzaam
afscheid van Long Tall Ernie’, Story, september 1995
Solveig
Treffers, ‘Het leven met een rockstar’, Het Treffertje, 2005
Roland
Wetzels, ‘Hank The Knife & The Jets – na dertig jaar nog steeds vlijmscherp’,
Fret, januari 2007
Thomas
Verbogt, ‘Arnhem Rock’, uit My Generation, uitgeverij L.J. Veen, 2000,
in Leon Verdonschot, De beste muziekverhalen van 1945 tot nu, Amsterdam
2008